Verheugen. Betekenis ‘verheugen’ ver·heu·gen (verheugde, heeft verheugd)1blij, vrolijk maken: zich verheugen op een feest Aldus de Van Dale. Bij mij begint het verheugen al ’s ochtens vroeg. En dan heb ik het niet over het moment van opstaan, dat is voor mij helaas iedere keer weer een deceptie. Nee ik bedoel in dit geval het eerste waar ik me écht op kan verheugen en waar ik blij van word. In mijn geval is dat een lekker bakje koffie. […]
